Met de aanleg van de haven, de stelling en de marinewerf groeide de behoefte aan woonruimte. Aan het begin van de 19e eeuw verrezen huttendorpen die geleidelijk tot krottenwijken uitgroeiden. Na 1830 ontstond bebouwing langs de kanalen en in de nabijheid van de havens. De krotten maakten na 1857 plaats voor stenen huizen. In het laatste kwart van de 19e eeuw werd het gebied tussen Willemsoord en het in 1865 in gebruik genomen spoorwegtracé bebouwd. In de eerste helft van de 19e eeuw breidde de stad uit tot aan de grenzen van de Stelling. Na de Tweede Wereldoorlog verrezen nieuwe woonwijken buiten de Stelling.